Labogids klinische biologie

Geen

Toxoplasma gondii is een parasiet die wijd verspreid is in de natuur en pathogeen is voor heel wat zoogdieren. Ook bij de mens kan dit obligaat intracellulaire protozoön optreden als een belangrijke ziekteverwekker. De infectie is meestal asymptomatisch of goedaardig (mononucleose-achtig syndroom), maar kan belangrijke gevolgen hebben bij immuungecompromitteerde patiënten (encephalitis) en bij de foetus (abortus, neurologische complicaties, chorioretinitis). Vrouwen die seropositief zijn voor de zwangerschap lopen normaliter geen gevaar om de infectie naar hun ongeboren kind over te brengen. Vrouwen die seronegatief zijn, lopen wel een risico om tijdens hun zwangerschap besmet te geraken. Of hierbij Toxoplasma de placenta passeert en aanleiding geeft tot een congenitale infectie, hangt af van de virulentie van de stam, de infectieuze hoeveelheid, de immuunrespons van de moeder en het trimester van de zwangerschap waarin de besmetting optreedt. De diagnose van een Toxoplasma infectie wordt meestal gesteld met behulp van de serologie: de detectie van specifieke Ig G en Ig M immuunglobulines. ​

SERUM

30 dagen op 2-8°C en 180 dagen op -20°C. (Bron: bijsluiter kit Siemens)

Ratio >= 1.00 = positief Ratio >= 0.90 - < 1.00 = borderline Ratio < 0.9 = negatief ​

​Bijsluiter kit Siemens (REF 10995701)

Ja

Atellica IM

Biochemie (BIO)